home / onze_molens / de_stroom_productie
De stroom productie
Aan de hand van het vermogen van een windmolen, de windsnelheid en de rotordiameter kunnen de meest uiteenlopende vormen van stroomproductie worden berekend. Aan de hand van één turbine geven we een aantal voorbeelden.Een turbine van 850 kW (en een rotordiameter van 52 meter, ashoogte 40 meter) levert aan de Friese westkust circa 2.300.000 kWh per jaar. Dat is goed voor de jaarlijkse stroombehoefte van 700 gezinnen.
Als het een hele dag 12 m/s of harder waait (windkracht 6), levert de turbine van 850 kW in die 24 uur 24 * 850 = 20.400 kWh. Een gemiddeld Nederlands gezin gebruikt circa 3.300 kWh per jaar, dus de molen kan met de energie van één dag een gezin al ruim zes jaar van stroom voorzien.
Het gemiddelde vermogen van de molen wordt berekend door de jaarproductie te delen door het aantal uren in een jaar: 2.300.000/8760 = 262,6 kW. Dat is 30,5% van het maximale vermogen dat de turbine kan leveren.
De specifieke productie per vierkante meter rotoroppervlak is een goede eenheid om de prestaties van turbines van verschillende grootte of type te vergelijken.
Daarvoor deel je jaarproductie door het rotoroppervlak in vierkante meters: 2.300.000 / 2.124 = 1.083 kWh per vierkante meter.
Het aantal vollasturen van een turbine is het aantal uren dat de molen op vol vermogen zou moeten draaien om de jaarproductie te produceren. Hiervoor deel je de jaarproductie door het nominale (maximale) vermogen:
2.300.000 / 850 = 2.706 vollasturen. Op basis van het niveau van een bepaald aantal vollasturen van een molen wordt de overheidssubsidie MEP (ministeriële regeling Milieukwaliteit Electricitetsproductie) berekend. De MEP vergoeding geldt voor een periode van tien jaar of voor maximaal 18.000 vollasturen.