home / overheid__en__een_windpark / gemeentelijk
Gemeentelijk
Zoals de provincie streek- en omgevingsplannen heeft, heeft de gemeente structuur- en bestemmingsplannen. Hierin staat een gedetailleerdere inrichting van het landschap beschreven.Voor elk bouwproject is het verplicht om vooraf een Milieueffectrapportage (MER) te laten verrichten. In deze rapportage staan alle positieve en negatieve effecten van het project op het milieu beschreven.
Onder meer op basis van deze MER beoordeelt de gemeente of het project de benodigde bouw- en milieuvergunning krijgt.
Structuur- en bestemmingsplan
Het gemeentelijke structuurplan beschrijft de hoofdlijnen van de verwachte en gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor de gemeente of voor delen van de gemeente. Het structuurplan kan dienen als toetsingskader voor een bestemmingsplan. Een bestemmingsplan beschrijft concreet wat er met de ruimte in een gemeente mag gebeuren. Bijvoorbeeld of er een windmolenpark mag komen of juist niet.
Daarnaast staat in het bestemmingsplan aan welke voorwaarden een bouwwerk moet voldoen, bijvoorbeeld de maximale hoogte en breedte. Past een bouwproject niet in het bestemmingsplan, dan zal het project aangepast moeten worden. De gemeente kan ook beslissen om het bestemmingsplan aan te passen voor het project of om een vrijstelling (de artikel 19-procedure) af te geven.
Milieueffectrapportage
Bij windparken groter dan 10 Megawatt (Windpark Kubbeweg is 34 MW groot) of met meer dan 10 turbines (Windpark Kubbeweg heeft er 17) is een milieueffectrapportage (MER) verplicht. In de MER worden alle voor- en nadelen van het project voor het milieu op een rij gezet. De MER is een middel voor het bevoegde gezag, de gemeente en de provincie, om te beoordelen of de benodigde vergunningen voor bijvoorbeeld de bouw van windpark Kubbeweg verleend kunnen worden.
Bouw- en milieuvergunning
Voor het plaatsen van een turbine is een bouwvergunning nodig. Voor windparken groter dan 15 MW is ook een milieuvergunning verplicht. Een bouwvergunning wordt afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. De voorwaarden waaraan een bouwaanvraag moet voldoen is per gemeente geregeld in de gemeentelijke bouwverordening. Binnen 12 weken moet een aanvraag toe- of afgewezen worden. Deze termijn kan eenmalig verlengd worden wanneer het ingewikkelde of omstreden projecten betreft. Dit komt nog al eens voor bij de aanvraag voor windparken.
Windturbines kunnen voor de directe omgeving hinder opleveren. Denk aan geluidsoverlast, slagschaduw of een onderbreking in een vogeltrekroute. Bij het beoordelen van een milieuvergunningsaanvraag beoordeelt de gemeente of er sprake is van een toelaatbaar veiligheidsrisico. Als er bijvoorbeeld huizen in de directe omgeving van het park staan, moet er een akoestisch rapport overlegd worden waaruit blijkt dat de bewoners van deze huizen geen last gaan krijgen van de turbines. Analoog aan de bouwaanvraag moet binnen 13 weken over een aanvraag voor een milieuvergunning worden beslist. Ook deze termijn kan eenmaal worden verlengd.